Ga naar de hoofdinhoud

Wat is een oligoastrocytoom?

De term oligoastrocytoom beschrijft een type tumor van het centrale zenuwstelsel. Medisch gezien zijn dit diffuus infiltrerende gemengde gliomen, die deels lijken op zowel oligodendrogliomen als astrocytomen. Oligoastrocytomen vormen samen met analplastische astrocytomen bijna 5 procent van alle tumoren van het centrale zenuwstelsel en ontwikkelen zich bovengemiddeld vaak op volwassen leeftijd tussen 35 en 50 jaar. Een oligoastrocytoom kan echter ook ontstaan rond de leeftijd van 10 jaar. Mannen ontwikkelen meestal vaker oligoastrocytomen dan vrouwen. Oligoastrocytomen ontstaan vaak vooral in de hersenhelft, bij voorkeur in de frontale kwab.

Oligoastrocytomen groeien gedurende jaren, soms zelfs decennia, en worden tweede- of derdegraads gliomen genoemd. Jaarlijks treden in drie tot tien procent van alle gevallen van deze tumoren kwaadaardige ontaardingen op. Of zo'n kwaadaardige transformatie plaatsvindt, hangt af van het weefseltype, maar ook van de moleculaire kenmerken en de grootte van de tumor. Als standaardtherapie wordt meestal gestreefd naar volledige chirurgische verwijdering van de tumor, eventueel aangevuld met chemotherapie en/of radiotherapie.

Welke soorten oligoastrocytomen worden onderscheiden?

Oligiastrocytomen zijn gliomen die gekenmerkt worden door hun mengvorm van astrocytaire en oligodendrogliale tumorcellen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende twee tumoren:

  • Oligoastrocytoom (WHO-rang II): dat vrij langzaam groeit, maar de neiging heeft terug te keren en eventueel kwaadaardig kan worden.
  • anaplastisch oligoastrocytoom (WHO-graad III): dat vrij snel groeit en de neiging heeft kwaadaardig te worden. Na de operatie wordt chemotherapie of radiotherapie aanbevolen.

Waardoor ontstaat een oligoastrocytoom?

De oorzaak van oligoastrocytomen is nog onbekend. Er zijn echter meldingen van individuele gevallen waarin een oligoastrocytoom is ontstaan door littekens die zijn ontstaan na bestraling van het centrale zenuwstelsel of een hersenletsel. Bovendien zijn sommige oligoastrocytomen gevonden bij patiënten die lijden aan multiple sclerose. Er zijn ook gevallen bekend van een familiaire clustering van oligoastrocytomen, waardoor ook een genetische aanleg als oorzaak van de ziekte kan worden beschouwd.

Waar ontstaat een oligoastrocytoom bij voorkeur?

Oligoastrocytomen komen vooral voor in de hersenhelft, vooral in de frontale kwab. Over het algemeen kan een oligoastrocytoom zich ook in andere delen van de hersenen ontwikkelen. Het komt echter minder vaak voor in de kleine hersenen of de hersenstam. De moeilijkheid bij de ziekte is dat de tumor vaak de cortex infiltreert.

Wat zijn de symptomen van een oligoastrocytoom?

Oligoastrocytomen vertonen de volgende typische symptomen van een glioom, die verklaard kunnen worden door de toenemende druk op de hersenen of de tumor die in het omringende weefsel groeit:

  • Hoofdpijn,
  • langdurige misselijkheid en/of braken

 
Hoofdpijn veroorzaakt door een oligoastrocytoom treedt zeer plotseling op, in tegenstelling tot conventionele hoofdpijn. Ze kunnen ook binnen enkele dagen of weken in intensiteit toenemen. Als pijnstillers al verlichting kunnen geven, is dat slechts voor een relatief korte periode. De hoofdpijn wordt ook erger als de patiënt ligt en gaat spontaan weg als de patiënt rechtop staat.

Relatief veel patiënten kunnen ook een epileptische aanval krijgen en/of de symptomen van een beroerte vertonen, zoals het optreden van eenzijdige verlamming en/of spraakstoornissen. Dit laatste is vooral het geval als het oligoastrocytoom inbloedt. Als deze klachten optreden, komen veel patiënten meestal voor het eerst bij de huisarts, waarna de diagnose oligoastrocytoom wordt gesteld. Afhankelijk van het stadium van de tumor kunnen de klachten in hevigheid toenemen.

Hoe wordt de diagnose van een oligoastrocytoom gesteld?

Een oligoastrocytoom kan worden gediagnosticeerd met de gebruikelijke beeldvormingsprocedures van een magnetische resonantie beeldvorming (MRI) van de schedel. Als dit niet mogelijk is, wordt een computertomografie (CT) uitgevoerd, die het voordeel heeft dat verkalkingen vaak kunnen worden opgespoord. Verkalkingen komen in ongeveer 80 procent van alle gevallen voor. Er moet een weefselmonster (biopsie) worden genomen om een gedetailleerde diagnose te kunnen stellen.

Hoe presenteert een oligoastrocytoom zich histologisch gezien?

Histologisch verschijnt het oligoastrocytoom als een grijs-roodachtige tumor, meestal afgewisseld met cysten. Het resultaat is een ronde celkern met een cytoplasma waarin dunne vaatjes zijn gerangschikt in de vorm van een gaashek. Artsen spreken ook van een zogenaamd "gekookt ei" verschijnsel.

Hoe wordt een oligoastrocytoom behandeld?

De eerste keuze van behandeling van een oligoastrocytoom is chirurgische resectie van de tumor. Vanwege het infiltratieve groeikarakter van de tumor is het echter nauwelijks mogelijk om alleen door chirurgie genezing te bereiken. Wel vermindert een operatie het tumorvolume aanzienlijk. Eventueel ongemak door bijvoorbeeld de intracraniële druk kan zo worden verlicht. Naast een operatie wordt bestraling of chemotherapie aanbevolen, vooral als de tumor na de operatie blijft groeien. Zowel radiotherapie als chemotherapie zijn even effectief en worden meestal gebruikt voor WHO-klasse II tumoren.

Wat is de nazorg voor een oligoastrocytoom?

Het eerste vervolgonderzoek vindt ongeveer zes weken na het einde van de therapie plaats. Met een MRI wordt nagegaan in hoeverre de tumor zich heeft hersteld. Als de tumor een oligoastrocytoom (WHO graad II) is, vinden de vervolgcontroles om de drie maanden plaats en bij constante bevindingen om de zes tot twaalf maanden.

Wat is de prognose voor oligoastrocytoom?

De 5-jaarsoverleving van een oligoastrocytoom (WHO-rang II) ligt tussen 38 en 83 procent en heeft dus in het algemeen een gunstiger prognose dan een astrocytoom van dezelfde WHO-rang. Een oligoastrocytoom van WHO-graad I heeft een nog gunstiger kans op genezing.