Hoe ontstaan kankercellen?
Het genetisch materiaal is het beginpunt van kanker. Wanneer cellen zich vermenigvuldigen, moeten de dragers van het genetisch materiaal (de genen) volledig, onbeschadigd en vrij van gebreken aan de dochtercel worden overgedragen. Anders kan de dochtercel zo getransformeerd worden en kankercellen vormen. Veel omstandigheden kunnen echter schade aan het DNA veroorzaken:
- hoogenergetische straling, bijvoorbeeld van UV-licht,
- Contact met chemicaliën,
- agressieve moleculen zoals radicalen, die door oxidatie het celweefsel kunnen beschadigen,
- DNA-fouten tijdens de celduplicatie, die leiden tot foutieve genetische informatie,
- Genetische fouten die op willekeurige wijze optreden tijdens de celstofwisseling of celdeling,
- infectie met oncovirussen verhoogt het risico op het ontwikkelen van bepaalde vormen van kanker.
Wat zijn mutaties?
Hoewel kleinere cellen genetische schade kunnen herstellen via hun reparatiemechanisme, kan deze schade tijdens de celdeling soms toch worden overgedragen op de dochtercellen. Als het DNA daardoor blijvend verandert, noemen artsen dat een mutatie. Als er te veel mutaties zijn, stimuleren de gezonde cellen een proces dat leidt tot het afsterven van de mutaties. Dit proces wordt ook wel apoptose genoemd en voorkomt dat ernstige genetische schade wordt overgedragen op de dochtercellen.
Hoe kunnen mutaties leiden tot kankergenen?
Een cel stapelt na verloop van tijd steeds meer mutaties in zijn DNA op. Hierdoor kan informatie verloren gaan of opnieuw worden omgezet. Als de delen van het genetisch materiaal die de celgroei en -deling regelen door deze processen worden aangetast, kan kanker ontstaan. Dit is ook mogelijk door infectie met oncovirussen. Hierbij introduceren de oncovirussen nieuw genetisch materiaal in het bestaande genetisch materiaal van de gastheercel en veranderen dat, waardoor goedaardige cellen kunnen veranderen in tumorcellen.
Sommige van deze virussen activeren de kankerverwekkende genen die al in de gastheercel aanwezig zijn. De volgende drie genfamilies spelen hierbij een doorslaggevende rol:
- Kankerprecursorgenen: hieronder vallen de zogenaamde proto-oncogenen, of kankergenen (oncogenen), die de celgroei bevorderen,
- Tumorsuppressorgenen: hiertoe behoren de zogenaamde tumorsuppressorgenen, die de celgroei onderdrukken
- Reparatiegenen, die schade aan het genetisch materiaal repareren.
Zowel voorlopergenen van kanker als tumorsuppressorgenen zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de ongecontroleerde celdeling van tumoren. De kans op mutaties in dit soort genen neemt toe met de leeftijd, vandaar dat het risico om kanker te krijgen ook toeneemt met toenemende leeftijd.
Hoe ontstaat een tumor?
De ontwikkeling van een tumor vereist minstens een half dozijn veranderingen in de groeiregulerende genen in een cel. De combinaties van genveranderingen kunnen van persoon tot persoon sterk verschillen. Elke genverandering geeft de individuele kankercellen ook zeer speciale eigenschappen en mogelijkheden. Om deze reden kunnen kankercellen heel verschillend van aard zijn en zijn er altijd heel verschillende behandelmethoden nodig om de kanker te behandelen. Terwijl sommige kankers heel snel en agressief groeien, ontwikkelen andere kankercellen zich heel langzaam en meestal in het geheim. Zo kan het gebeuren dat de kanker pas na jaren wordt vastgesteld.
Hoe ontwikkelen kankercellen zich? - Een samenvatting
Kankercellen ontwikkelen zich door normale lichaamscellen te veranderen in tumorcellen. Dit gebeurt door celschade aan het genetisch materiaal of door fouten bij het uitlezen van de genetische informatie. Maar ook infectie met oncovirussen, zoals hepatitisvirussen, verhoogt de kans op kanker. Tumorcellen vermenigvuldigen zich ongecontroleerd wanneer kanker ontstaat en kunnen in gezond weefsel groeien en sterven ook niet af, hoewel ze dat eigenlijk wel zouden moeten doen. Bovendien kunnen tumorcellen hun plaats in het weefsel verlaten. Artsen spreken dan van uitzaaiing.