Wat is endometriumcarcinoom?
Endometriumcarcinoom wordt in de volksmond ook wel baarmoederkanker genoemd en verwijst naar de kwaadaardige tumor die ontstaat uit de binnenste slijmvlieslaag van de baarmoeder. Baarmoederkanker is een van de meest voorkomende kwaadaardige kankers van het geslachtsorgaan bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop baarmoederkanker wordt vastgesteld ligt tussen de 65 en 70 jaar.
Welke risicofactoren bevorderen de ontwikkeling van endometriumcarcinoom?
Er zijn zowel endogene als exogene risicofactoren die de ontwikkeling van endometriumcarcinoom kunnen bevorderen. Endogene risicofactoren zijn overgewicht (obesitas), diabetes mellitus, vroeg begin van de menstruatiebloeding en/of laat begin van de menopauze, geen zwangerschappen en de aanwezigheid van polycysteus ovarium syndroom en/of oestrogeen afscheidende tumoren.
Exogene risicofactoren zijn geen natuurlijk beginnende menstruatiecyclus, maar wel oestrogeenvervangende therapie en/of eerdere radiotherapie. Samengevat hebben vrouwen die zwanger zijn geweest dus een lager risico op het ontwikkelen van baarmoederkanker dan vrouwen die geen zwangerschap hebben meegemaakt. Het risico op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker neemt aanzienlijk af met het aantal zwangerschappen. Langdurig gebruik van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen verhoogt echter ook het risico op het ontwikkelen van baarmoederkanker.
Hoe kan de ontwikkeling van endometriumcarcinoom worden voorkomen?
Hoewel er geen gerichte screeningstests zijn, zoals de screening op baarmoederkanker, kan de ziekte toch als volgt worden voorkomen:
- Vermindering van het lichaamsgewicht, zoals door regelmatige lichaamsbeweging,
- verschillende anticonceptiemethoden, zoals de anticonceptiepil, die meestal bestaat uit een combinatie van oestrogeen en progestageen,
- Geboorte van een kind op late leeftijd
Welke symptomen wijzen op endometriumkanker?
Elke vorm van bloeding, of die nu in de premenopauze of in de postmenopauze optreedt, kan wijzen op endometriumcarcinoom. In 5 procent van alle ziektegevallen blijken bloedingen in de vroege postmenopauze een symptoom te zijn van endometriumcarcinoom, terwijl in de late postmenopauze maar liefst 50 procent van alle kankers zich door bloedingen manifesteert. Eén op de vijf endometriumcarcinomen daarentegen veroorzaakt helemaal geen symptomen en wordt meestal alleen bij toeval gediagnosticeerd. Als de endometriumkanker verder gevorderd is, kunnen verhoogde afscheiding en pijn wijzen op baarmoederhalskanker. Omdat endometriumcarcinoom zich meestal door deze symptomen manifesteert, is het belangrijk om deze in een vroeg stadium door een arts te laten vaststellen.
Hoe wordt endometriumkanker gediagnosticeerd?
Als er een vermoeden is van endometriumcarcinoom door bijvoorbeeld bloedingen, wordt eerst gynaecologisch onderzoek gedaan om op te helderen of de bloeding uit de baarmoeder komt. Daartoe verricht de gynaecoloog meestal een echografie, die bij afwijkende bevindingen wordt gevolgd door een hysteroscopie. Tijdens deze operatie wordt meestal de baarmoederholte geschraapt en worden zo nodig de blaas en het rectum onderzocht om te zien hoe ver het endometriumcarcinoom gevorderd is.
Pas nadat de patholoog het geschraapte materiaal heeft onderzocht, kan een definitieve diagnose worden gesteld, die ook de differentiatiegraad van het endometriumcarcinoom bepaalt. Dit wordt meestal gevolgd door verdere diagnostiek met behulp van aanvullende beeldvormingsprocedures zoals magnetische resonantie beeldvorming (MRI) en/of röntgenfoto's om vast te stellen of de tumor al is uitgezaaid.
In welke tumorstadia wordt endometriumcarcinoom ingedeeld?
Endometriumcarcinoom wordt meestal ingedeeld in twee typen:
- Type I tumoren: deze komen het vaakst voor bij jongere patiënten, voor het begin van de menopauze. Zij hebben meestal overgewicht. Type I tumoren zijn meestal weinig kwaadaardig.
- Type II tumoren: deze zijn meestal sterk kwaadaardig (maligne) en komen vooral voor bij oudere vrouwen.
Hoe wordt endometriumcarcinoom behandeld?
Endometriumcarcinoom kan worden behandeld door chirurgie met vervolgbestraling of door primaire bestraling. Omdat chirurgische behandeling meestal een betere prognose heeft, heeft deze de voorkeur boven bestraling. Er zijn echter sommige patiënten die vanwege hun algemene gezondheidstoestand of andere contra-indicaties niet geopereerd kunnen worden.
Als het om een tumor in een vroeg stadium gaat, wordt deze meestal behandeld door gedeeltelijke of volledige chirurgische verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie). Daarnaast worden bij deze ingreep ook de eierstokken (adnexa) verwijderd. In de meeste gevallen wordt de operatie via laparoscopie vanuit de vagina uitgevoerd, waardoor een incisie in de buik kan worden vermeden. Als de tumor al verder gevorderd is, moeten ook de lymfeklieren worden verwijderd. Als de lymfeklieren door de tumor zijn aangetast, kan ook postoperatieve bestraling nodig zijn.
Naast chirurgie en chemotherapie behoort ook bestraling tot de behandelmogelijkheden van endometriumcarcinoom. Bestraling kan ook worden gebruikt om de omvang van de tumor vóór een operatie te verkleinen of om microscopische tumorresten na de operatie te vernietigen. Als palliatieve methode is radiotherapie bedoeld om de symptomen te verlichten als de tumor bijvoorbeeld vanwege het vergevorderde stadium niet meer te genezen is. Welke behandelmethode wordt toegepast hangt niet alleen af van het stadium van de tumor, maar ook van de algemene gezondheidstoestand van de patiënt.
Wat is de prognose voor endometriumkanker?
Een endometriumcarcinoom dat al is uitgezaaid en waarvan de patiënt al relatief oud is, heeft een slechte prognose voor volledige genezing. In het algemeen ligt de gemiddelde 5-jaarsoverleving na behandeling van stadium I of II endometriumcarcinoom tussen 70 en 95 procent. Stadium III of IV endometriumcarcinoom daarentegen heeft een gemiddelde 5-jaarsoverleving tussen 10 en 60 procent. In de regel blijft ongeveer 63 procent van alle patiënten ten minste 5 jaar na de therapie tumorvrij.