Wat is het syndroom van Gorlin?
Het syndroom van Gorlin wordt ook wel basaalcelnevussyndroom genoemd en kan al in de vroege jeugd leiden tot kwaadaardige huidtumoren, zogenaamde basaalcelcarcinomen, of kwaadaardige hersentumoren (medulloblastoom). Daarnaast kan het Gorlin syndroom kaakcysten of skeletafwijkingen veroorzaken, vooral van de ribben en de wervelkolom. Het Gorlin syndroom is een genetische ziekte en behoort daarmee tot de ziekten met aanleg voor kanker, die bij ongeveer één op de 30.000 tot 57.000 mensen voorkomt. In 70 tot 80 procent van alle gevallen wordt het doorgegeven van ouders op kinderen.
Hoe ontstaat het Gorlin syndroom?
Het Gorlin syndroom wordt veroorzaakt door een erfelijke ziekte, de mutatie van de PTCH1 en SUFU genen. Deze twee genen stellen cellen in staat te reageren op signalen van buitenaf. Door de mutatie functioneert deze signaleringsroute niet meer goed, waardoor zich tumoren kunnen vormen. Terwijl een mutatie van het PTCH1-gen vaak leidt tot basaalcelcarcinomen en kaakcysten, is het SUFU-gen vaker dan gemiddeld verantwoordelijk voor het ontstaan van medulloblastomen.
Welke symptomen veroorzaakt het Gorlin syndroom?
Het Gorlin syndroom kan veel verschillende symptomen veroorzaken, die altijd afhangen van de leeftijd van de patiënt. Typische tekenen van het Gorlin syndroom zijn de ontwikkeling van basaalcelcarcinoom, medulloblastoom en/of kaakcysten. Verder kan een Gorlin syndroom zich uiten door de volgende verschijnselen:
- een grove motorische ontwikkelingsachterstand,
- Gezichtsafwijkingen, zoals een balkonvoorhoofd, grove gelaatstrekken of huidgrimassen (milia),
- een aantal huiduitingen, zoals hagelstenen (chalazion), talgkliercysten (atheroom) en de vorming van een goedaardige tumor die huid, haar of tanden kan omvatten (dermoïde cyste)
Hoe wordt de diagnose Goriln-syndroom gesteld?
De kenmerken die voorkomen bij het syndroom van Gorlin zijn door medische deskundigen verdeeld in major en minor criteria. De diagnose van de ziekte wordt als zeker beschouwd in de volgende gevallen:
- twee belangrijke criteria en één minder belangrijk criterium zijn aanwezig,
- één belangrijk criterium en drie minder belangrijke criteria zijn aanwezig,
- er is genetisch bewijs voor een genmutatie (PTCH1 of SUFU) die verantwoordelijk wordt gehouden voor het ontstaan van het Gorlin-syndroom.
De volgende factoren behoren tot de hoofdcriteria:
- het optreden van een basaalcelcarcinoom vóór de leeftijd van 30 jaar of het optreden van meer dan vijf meervoudige basaalcelcarcinomen,
- eerstegraads verwantschap met een persoon die al een basaalcelcarcinoom heeft ontwikkeld,
- Verkalking van het harde deel van het hersenvlies dat de twee hersenhelften scheidt (falx cerebri) vóór de leeftijd van 20 jaar,
- Vorming van kaakcysten,
- Verhoorningsstoornissen van de handen en/of voeten
De volgende factoren gelden als minder belangrijke criteria:
- Vorming van een medulloblastoom in de kindertijd,
- Aanwezigheid van cysten in de buik of longen,
- Voorkomen van een bovengemiddelde schedelomvang (macrocefalie),
- Gespleten lip of gehemelte,
- Afwijking van de wervellichamen of ribben,
- extra vinger of teen (polydactylie),
- goedaardige vleesbomen van de eierstokken of het hart,
- Afwijking van de ogen, zoals staar of ontwikkelingsstoornissen en/of een pigmentaire verandering van het netvlies
Om de diagnose Gorlin syndroom te stellen worden verschillende röntgenonderzoeken van de kaak, schedel, longen en ook de wervelkolom uitgevoerd. Naaste bloedverwanten moeten ook onderzocht en genetisch getest worden, want het Gorlin syndroom is een erfelijke ziekte.
Welke screeningstests zijn er beschikbaar?
Om het Gorlin syndroom in een vroeg stadium vast te stellen, wordt gecontroleerd of er een verandering is in de PTCH1 of SUFU genen. Als een PTCH1-mutatie wordt gevonden, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen:
- dermatologisch onderzoek vanaf de leeftijd van 10 jaar,
- Basisechocardiogram in de babytijd,
- röntgenfoto van de kaken vanaf 8 jaar met tussenpozen van elke 12 tot 18 maanden,
- Echografie van de eierstokken vanaf de leeftijd van 18 jaar
Dragers van een SUFU-mutatie moeten dezelfde onderzoeken ondergaan, maar kunnen afzien van het röntgenonderzoek van de kaak. Daarnaast moeten dragers van een SUFU-mutatie een medulloblastoom-screening ondergaan. Dit omvat magnetische resonantie beeldvorming (MRI) met tussenpozen van vier maanden tot de leeftijd van 3 jaar. Vanaf dan zijn onderzoeken met tussenpozen van zes maanden tot de leeftijd van 5 jaar voldoende.
Hoe wordt het Gorlin syndroom behandeld?
De behandeling van het Gorlin syndroom hangt af van de bijbehorende ziekte en de bestaande symptomen. Als een basaalcelcarcinoom is ontstaan als gevolg van het Gorlin-syndroom, moet dit zo vroeg mogelijk worden behandeld. In de regel wordt geprobeerd de tumor volledig te verwijderen door middel van een operatie. Als alternatief voor een operatie kan een koude-, laser- of fotodynamische behandeling worden toegepast.
Lijdt de patiënt daarentegen aan een medulloblastoom, dan kan een operatie worden uitgevoerd in combinatie met chemotherapie. Bestralingstherapie wordt meestal vermeden omdat die het risico vergroot dat zich basaalcelcarcinoom ontwikkelt in het bestraalde gebied.
Als het daarentegen om kaakcysten gaat, kunnen ze operatief worden verwijderd. In het geval van fibromen van de eierstokken wordt in de meeste gevallen ook een operatie geprobeerd zonder de eierstokken te beschadigen of te verwijderen. Is er daarentegen sprake van een fibroom van het hart, dan moet de patiënt regelmatig cardiologisch onderzoek ondergaan.
Waarop moeten patiënten met het syndroom van Gorlin speciaal letten?
Patiënten die lijden aan het syndroom van Gorlin moeten direct zonlicht vermijden, omdat dit het risico op het ontwikkelen van basaalcelcarcinoom vergroot. Als neurologische afwijkingen zoals hoofdpijn, sufheid, die zover kan gaan als bewustzijnsverlies, moeilijkheden met bewegen en coördinatie en ochtendbraken opvallen, moet dringend een arts worden geraadpleegd.