Hepatitis is een besmettelijke leverziekte die ofwel aangeboren ofwel verworven is door een virus of een bacterie. .
Het meest bekend zijn de hepatitisvirussen, omdat daar veel onderwijs over wordt gegeven.
Het is algemeen bekend dat als je besmet raakt met een hepatitisvirus, je ziek kunt worden met een chronische leverontsteking.
Wat veel mensen niet weten is dat een hepatitis B-virus ook een oncovirus is, wat betekent dat het niet alleen leverontsteking kan veroorzaken, maar ook kanker.
Hepatitis B-virus (HBV):
Het hepatitis B-virus (HBV) is een gedeeltelijk dubbelstrengs DNA-virus uit de familie Hepadnaviridae.
Het virus vermenigvuldigt zich in de hepatocyten, en tijdens dit proces komt meestal het HBV-antigeen vrij in de bloedbaan.
Het hepatitis B-virus is niet cytopathogeen, zodat het de functie van de levercellen niet aantast, ook al wordt het in grote hoeveelheden geproduceerd.
Het virus hecht zich als vaste component in het DNA van de lever, zodat het zelfs met behandeling niet volledig kan worden geëlimineerd.
Na een acute infectie is er een slapende toestand, maar het virus verdwijnt niet volledig en kan op elk moment gereactiveerd worden als er immunodeficiëntie optreedt.
Er zijn 8 genotypen bekend, waarbij alleen type 1 wereldwijd voorkomt (maar vooral in de Verenigde Staten, Europa en China). In Japan en Taiwan komen vooral de typen 2 en 4 voor, in Zuid-Amerika type 3. In Afrika komen de typen 5, 6, 7 en 8 het meest voor.
Overdracht:
Het virus wordt overgedragen via bloed of andere lichaamsvloeistoffen.
Besmetting kan dus plaatsvinden bij seksueel contact (vaginaal, anaal of oraal), maar ook bij verwondingen, of bij drugsgebruik door het gebruik van reeds gebruikte spuiten.
Naast bloed kunnen de virussen worden opgespoord in lichaamsvloeistoffen als urine, speeksel, zaadvocht, lacrimale afscheidingen, gal, maar ook in moedermelk.
Daarom worden vooral in ontwikkelingslanden nog veel baby's via de borstvoeding met het virus besmet.
De mate van besmettelijkheid hangt af van hoe hoog de virale belasting in het lichaam is.
Een sterk viraemische drager kan het virus ook in het dagelijks leven doorgeven, via kleine onbedoelingen zoals een snee tijdens het scheren, waardoor er bloed op het scheermes komt.
Als dit door iemand anders wordt gebruikt, kan die daardoor besmet raken, want een microscopisch klein wondje is voldoende voor het virus om binnen te dringen.
Verloop van de ziekte:
Onmiddellijk na binnenkomst van het hepatitis B-virus vindt replicatie plaats.
Zodra het virus zich vermenigvuldigd heeft, wordt het immuunsysteem actief en probeert het het virus te bestrijden.
Dit hoeft echter niet te betekenen dat men symptomen moet vertonen. De infectie kan ook asymptomatisch verlopen.
Dit wordt een inapparent verloop genoemd. De afweer leidt dan niet tot symptomen. Het virus verdwijnt weer zonder zich te laten voelen.
De overleefde infectie leidt tot immuniteit.
Bij een zeer sterke replicatie van het virus reageert het immuunsysteem ook met een sterkere afweer, wat leidt tot een symptomatisch verloop.
Vergelijkbaar met een griepachtige infectie veroorzaakt acute hepatitis B koorts, pijnlijke ledematen en vermoeidheid. Ook kunnen symptomen optreden die lijken op gastritis, zoals misselijkheid, verlies van eetlust, drukpijn in de rechter bovenbuik en diarree.
Er kan geelzucht optreden, waardoor de urine donker wordt, de huid en ogen een gelige kleur krijgen, en jeuk. Ook bij acute hepatitis B is genezing en de daaruit voortvloeiende immuniteit mogelijk, maar er kan ook sprake zijn van onvolledige afweer. Als hepatitis B ook na 6 maanden niet geneest, spreekt men van een chronisch beloop.
Bij een sterke replicatie van het virus kan ook immuuntolerantie optreden, wat betekent dat het eigen immuunsysteem van de patiënt het virus onvoldoende bestrijdt om te genezen. Als dit leidt tot een onvoldoende afweer tegen het virus, ontwikkelt de patiënt chronische hepatitis. Chronische hepatitis ontwikkelt zich in ongeveer 10% van de gevallen.
Waarom behoort het hepatitis B-virus tot de oncovirussen?
Vanwege de langdurige gevolgen van een infectie.
Als je hepatitis B zo ernstig oploopt dat je een chronisch beloop krijgt, kan als gevolg daarvan levercirrose ontstaan.
Dit is het geval bij ongeveer 12% van de chronisch zieke patiënten. In 0,5% van de gevallen leidt levercirrose tot hepatocellulair carcinoom. Patiënten die drager zijn van het hepatitis B-virus hebben een 100-200 maal hoger risico op het ontwikkelen van leverkanker.
Als de besmetting in de kindertijd plaatsvond (bijvoorbeeld via moedermelk), is het risico op het ontwikkelen van kanker bijzonder groot.
Levercarcinoom ontwikkelt zich meestal als gevolg van levercirrose en ontstaat meestal ongeveer 20-30 jaar na de infectie.
Hoe kan het virus voorkomen worden?
De beste manier om je te beschermen tegen besmetting met het hepatitis B-virus is je te laten vaccineren.
De vaccinatie is niet gebonden aan een leeftijd, en kan dus op elke leeftijd worden toegediend, zowel in de kindertijd als op volwassen leeftijd.
Er zijn verschillende vaccinatieschema's, die verschillen afhankelijk van de leeftijd waarop gevaccineerd wordt.
Voor zuigelingen zijn 4 doses nodig, toegediend op de leeftijd van 0, 1, 2 en 12 maanden. Als de vaccinatie wordt gegeven als combinatievaccinatie met het vaccin tegen hepatitis A, zijn 2 doses nodig als de eerste vaccinatie is gegeven voor de leeftijd van 16 jaar. In het geval van een enkelvoudig vaccin zijn 3 doses nodig, die binnen 6 maanden worden ingespoten. In principe wordt vaccinatie aanbevolen voor iedereen, maar vooral voor degenen die tot een risicogroep behoren (bijv. familieleden met hepatitis, drugsgebruikers) of die in een risicovol beroep werken (bijv. artsen, verpleegkundigen, politieagenten die in een drugsomgeving werken).
Beschermde seksuele gemeenschap kan een infectie niet met absolute zekerheid voorkomen, maar het kan de kans op overdracht vele malen verkleinen. Omdat niet alleen hepatitis maar ook veel andere ziekten via geslachtsgemeenschap kunnen worden overgedragen, moet "veilige seks" hoe dan ook altijd worden beoefend.
Om jezelf te beschermen tegen besmetting in het drugsmilieu is het belangrijk om altijd nieuwe spuiten te gebruiken. Er zijn veel organisaties die gebruikte spuiten op de juiste manier weggooien en nieuwe spuiten verstrekken om besmetting op straat tegen te gaan.