Wat zijn oligodendrogliomen?
Een oligodendroglioom is een hersentumor (gliale tumor) die vooral voorkomt bij volwassenen tussen de 35 en 50 jaar. Gemiddeld komen oligodendrogliomen iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. In totaal maken oligodendrogliomen waarschijnlijk ongeveer één procent uit van alle gliomen, d.w.z. primaire hersentumoren. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verdeelt oligodendrogliomen in vier graden, die verschillende symptomen kunnen veroorzaken en volgens welke graad de mogelijke behandelingen verschillen. Een oligodendroglioom vereist een snelle behandeling en heeft verschillende prognoses, afhankelijk van de ernst ervan.
Hoe ontstaat een oligodendroglioom?
Onder de microscoop lijkt een oligodendroglioom op oligodendrocyten, die ook in de hersenen ontstaan en de zogenaamde steuncellen zijn, de myelinescheden. In tegenstelling tot oligodendrocyten vormen oligodendrogliomen echter niet deze myelineschedes.
Een oligodendroglioom ontwikkelt zich meestal in de kleine hersenen, specifiek in de frontale hersenkwab. In principe is het echter ook mogelijk dat een oligodendroglioom in andere gebieden van de hersenen voorkomt. De hersenstam of de kleine hersenen worden echter minder vaak aangetast.
Wat zijn de verschillende vormen van oligodendrogliomen?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onderscheidt de volgende vier graden van oligodendroglioom, die verschillen in de mate van kwaadaardigheid en groei:
- Graad I: goedaardig oligodendroglioom, dat slechts langzaam groeit en zeer goede vooruitzichten op genezing heeft,
- Graad II: Oligodendrogliomen met een hoog recidiefpercentage (herhaling), die ook kwaadaardig kunnen worden,
- Graad III: Kwaadaardig oligodendroglioom, dat operatief wordt verwijderd en daarna wordt behandeld met chemotherapie of radiotherapie,
- Graad IV: zeer kwaadaardig oligodendroglioom dat snel groeit en na de operatie bestraling of chemotherapie nodig heeft.
Welke symptomen veroorzaakt een oligodendroglioom?
Pas in een laat stadium kan een oligodendroglioom de volgende tamelijk aspecifieke symptomen veroorzaken:
- Hoofdpijn, die gepaard kan gaan met misselijkheid en braken en duidt op een verhoogde intracraniële druk,
- epileptische aanvallen en/of neurologische stoornissen,
- Tekenen van een beroerte, zoals verlamming aan één kant, spraakproblemen, enz. die kunnen optreden als het glioom in de hersenen bloedt.
Hoofdpijn veroorzaakt door een oligodendroglioom treedt, in tegenstelling tot normale hoofdpijn, zeer plotseling op. Binnen enkele dagen of weken kan de hoofdpijn steeds ernstiger worden en is bijna niet te behandelen, zelfs niet met pijnstillers. Mensen melden vaak dat de hoofdpijn erger wordt als ze liggen en spontaan weggaat als ze rechtop staan.
In een nog verder gevorderd stadium kunnen zogenaamde hydrocephalus symptomen optreden als de hersentumor de afvoer van hersenvocht verstoort. Als de volgende symptomen optreden, moeten ze door een arts worden opgehelderd:
- Geheugenstoornissen,
- Vermoeidheid en/of moeheid,
- Duizeligheid en/of misselijkheid
Hoe wordt de diagnose van een oligodendroglioom gesteld?
De behandelend arts neemt eerst de ziektegeschiedenis van de patiënt op en beschrijft zo nodig zijn of haar symptomen. Vervolgens kan de arts de mogelijke oorzaken van de klachten beperken en, als een hersentumor wordt vermoed, een neurologisch onderzoek uitvoeren. Tijdens het neurologisch onderzoek, dat wordt uitgevoerd met behulp van beeldvormende procedures zoals een computertomografie (CT), wordt het vermoeden van een hersentumor vervolgens bevestigd door ongewone weefselophopingen.
Een nog nauwkeuriger vaststelling van de hersentumor is mogelijk door middel van magnetische resonantie beeldvorming (MRI). Hierbij worden onregelmatigheden in de hersenstructuren zichtbaar. Een biopsie kan worden uitgevoerd door een weefselmonster te nemen.
Wat zijn de mogelijkheden voor vroege opsporing?
De risicofactoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een oligodendroglioom zijn nog onbekend bij medische deskundigen. Omdat noch een ongezond dieet, noch genetische factoren specifiek als risicofactoren kunnen worden gebruikt, zijn er nog steeds geen programma's voor vroege opsporing of overeenkomstige maatregelen waarmee de ontwikkeling van een oligodendroglioom kan worden voorkomen of in een vroeg stadium kan worden opgespoord.
Omdat de symptomen van een oligodendroglioom meestal niet alleen aspecifiek zijn, maar ook laat verschijnen, moeten de klachten meteen door een arts worden opgehelderd. Alleen met behulp van beeldvormende procedures kan een definitieve diagnose worden gesteld en kunnen de juiste behandelingsstappen worden gestart. Net als bij andere vormen van kanker geldt: hoe eerder de tumor wordt gediagnosticeerd, hoe beter de kans op genezing.
Hoe wordt oligodendroglioom behandeld?
De behandeling van oligodendroglioom hangt altijd af van de graad van de tumor. Een tweedegraads oligodendroglioom wordt meestal operatief verwijderd en daarna behandeld met radiotherapie en/of chemotherapie als er een grote kans is op herhaling.
Een derdegraads oligodendroglioom wordt ook meestal operatief verwijderd en daarna behandeld met chemotherapie. Vaak wordt PCV of temozolomide gebruikt om te voorkomen dat de tumor opnieuw groeit.
Naast de directe tumorbehandeling is ook revalidatie een belangrijk onderdeel van de therapie. Vooral voor patiënten die al neurologische veranderingen hebben ondergaan, moet revalidatie leiden tot een betere kwaliteit van leven. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door de volgende behandelingsmogelijkheden:
- gerichte logopedie (logopedie), als er spraakstoornissen zijn opgetreden,
- Arbeids- en/of fysiotherapie, als er lichamelijke beperkingen zijn opgetreden,
- speciale computerprogramma's kunnen worden gebruikt voor neurocognitieve training.
Welke specialist moet worden geraadpleegd bij een oligodendroglioom?
Vooral bij een oligodendroglioom moeten meerdere specialisten samenwerken, omdat de tumor vaak gepaard gaat met tal van klachten. Het is raadzaam dat getroffenen eerst een neuroloog raadplegen. De neuroloog zal niet alleen de neurologische tests uitvoeren, maar ook het vermoeden van de ziekte bevestigen. Daarnaast moet de betrokkene een radio-oncoloog raadplegen, die het exacte type tumor moet vaststellen. Oncologen, de zogenaamde specialisten voor kankerziekten, alsmede neurochirurgen kunnen zo nodig nader diagnostisch onderzoek verrichten en passende behandelmethoden afdwingen.