Ga naar de hoofdinhoud

Mensen krijgen onbewust kleine sporen selenium binnen via hun voedselinname. Selenium komt voor in peulvruchten, granen, maar ook in vis en vlees. Ondanks het feit dat selenium niet door het lichaam zelf kan worden aangemaakt, is het van vitaal belang voor ons organisme. Niet alleen heeft dit spoorelement een antioxiderende werking en bindt het zware metalen aan zich, door deze eigenschappen versterkt het spoorelement de lichaamseigen afweer. Maar "veel helpt veel" gaat niet altijd op. Selenium heeft bij overdosering over een langere periode een toxisch effect en moet niet worden ingenomen zonder overleg met de behandelend arts.

Een mogelijke effectiviteit van selenium tegen kanker werd al in de jaren zestig vastgesteld. Waar bodems rijk waren aan selenium, stierven en werden aanzienlijk minder inwoners ziek dan in gebieden met seleniumarme bodems. Dit leidde tot verder onderzoek naar de effectiviteit van het spoorelement.



Duidelijke studies zijn er nog niet Een positieve werkzaamheid van selenium is al vastgesteld in dierproeven, maar de overdraagbaarheid van de resultaten op mensen is nog niet gegarandeerd. Uit observationele studies is gebleken dat mensen met hoge concentraties selenium minder kans hadden om kanker te ontwikkelen en dat de sterfte aan kanker lager was dan in een controlegroep. Sommige studies hebben een positief effect van selenium op bepaalde kankersoorten aangetoond, terwijl andere kankersoorten onaangetast zouden blijven. Tegenstudies konden deze positieve eigenschappen van selenium echter niet bevestigen. Het blijft alleen zaak toekomstige ontwikkelingen of resultaten te observeren.

Selenium wordt al enige tijd gebruikt bij kankertherapie bij ongeveer 10% van de patiënten. Feit is dat er slechts enkele studies zijn die de effectiviteit van selenium als middel tegen kanker konden bewijzen. Er zijn echter zeer goede aanwijzingen voor het succesvolle gebruik van selenium tijdens lopende radiotherapie en/of chemotherapie tegen de negatieve bijwerkingen en de daarmee gepaard gaande toename van de levenskwaliteit van kankerpatiënten.



S elenium in gebruik - chemotherapie Het gebruik van het preparaat cisplatine bereikt goede resultaten bij kankertherapie, maar gaat ook gepaard met enorme bijwerkingen. Een hoge dosis van 4 mg/d selenium verminderde de negatieve effecten op het bloed (hematotoxisch) en de nieren (nefrotoxisch) van de patiënten, waardoor ze minder tot geen vervolgbehandelingen (zoals bloedtransfusies) hoefden te ondergaan. Deze resultaten komen uit een cross-over studie van 41 patiënten.

Patiënten met eierstokkanker ondervonden een dramatische verbetering of verlichting van de bijwerkingen die gebruikelijk zijn bij chemotherapie door langdurige toediening van selenium, wat leidde tot een verhoogde levenskwaliteit tijdens de behandelingsperiode. Selenium is ook met opvallend resultaat gebruikt bij patiënten met lymfklierkanker (non-Hodgkin lymfoom). Het gebruik van natriumseleniet bevorderde een snellere celdood (anostose) van de zieke cellen en ondersteunde merkbaar de hartfunctie van de patiënten.



S elenium in gebruik - radiotherapie Ook de behandelingen van hoofd- en halstumoren met aanvullende toediening van selenium werden in een studie vastgelegd. Daaruit bleek dat met gelijktijdige suppletie van selenium tijdens radiotherapie de gebruikelijke slikstoornissen drastisch verminderden.

Bij patiënten met baarmoeder- en baarmoederhalskanker bij wie de aangetaste gebieden werden verwijderd, was de kans 50% groter dat ze geen last hadden van de gebruikelijke diarree als ze tijdens de bestraling selenium kregen. Vergeleken met de controlegroep bleek het overlevingspercentage van de met selenium behandelde patiënten na tien jaar ongeveer 13 % hoger te liggen.



S elenium ter preventie Verschillende onderzoeken naar kunstmatig gecreëerde tumoren leidden tot de conclusie dat selenium-eiwitten kankerverwekkende stoffen inactiveren. Nog vóór de ontwikkeling van kwaadaardige celvormen vallen ze zuurstofradicalen aan, die celmutaties in gang kunnen zetten. Zelfs in de vroege stadia van kanker kan selenium nog een positief effect hebben op het verloop van de ziekte, hoewel dit afhangt van de trigger van de betreffende ziekte.

Selenium bindt metalen en zet ze om in metaalseleniden. Dit voorkomt dat metalen als arseen, zink, chroom, lood of cadmium zuurstofradicalen vormen en andere mogelijke kankertriggers activeren en ondersteunen. Het afremmen van de celgroei door selenium helpt het lichaam ook om beschadigde cellen te herstellen.



T e veel selenium is schadelijk Ondanks alle positieve eigenschappen ten gunste van het gebruik van selenium, moet er ook hier weer op gewezen worden dat een overdosis selenium giftige effecten op het lichaam kan hebben. Zelftherapie zonder een arts te raadplegen wordt sterk afgeraden!

Negatieve effecten van selenium op het menselijk lichaam zijn nog onvoldoende wetenschappelijk gedocumenteerd. Er is reden om aan te nemen dat zelfs kleine doses selenium ernstige bijwerkingen kunnen veroorzaken. Men vermoedt dat de toediening van selenium rechtstreeks verband houdt met diabetes en schildklierziekten. Selenose (seleniumvergiftiging door overmatige inname) kan leiden tot nageldikte, haaruitval, huidveranderingen, maagpijn met misselijkheid en braken, huidirritatie en zelfs gevoelloosheid en verlamming. Ook is de opslag van selenium in het lichaam nog niet voldoende onderzocht. Pas na positieve langetermijnstudies op het menselijk organisme kan een algemeen geldende uitspraak worden gedaan over de voor- en nadelen van een door selenium ondersteunde kankerbehandeling.



S eleniumsuppletie onder medisch toezicht Aangezien een direct verband tussen seleniumtekort en kanker meermalen is aangetoond, is de beste aanbeveling overleg met de behandelend arts. Hij kan bepalen of de aanvullende toediening van selenium een positief effect kan hebben op de kankerziekte en welke concentratie, soort en toediening van selenium daarvoor nodig is.

Er zijn al goede resultaten geboekt bij het reguleren van bijwerkingen en het vergemakkelijken van het leven van patiënten tijdens de therapie. Deze verbetering van de algemene conditie ondanks chemo- of radiotherapie mag tijdens de behandeling niet veronachtzaamd worden.

Patiënten die de soms enorme bijwerkingen van een therapie niet hoeven te ervaren, kunnen hun energie investeren in de strijd tegen de onderliggende ziekte in plaats van de bijwerkingen te verdragen en meer ambitie ontwikkelen om te winnen en te herstellen.