Ga naar de hoofdinhoud

Wat is vulvarkanker?

Vulvarkanker is een zeldzame kwaadaardige kanker van de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen. Vulvarcarcinoom ontstaat meestal uit het plaveiselepitheel van de huid, maar in zeldzame gevallen kan het ook ontstaan uit de Bartholineklieren, die zich bevinden bij de ingang van de vagina of bij de clitoris of plasbuis. Vroeger hadden oudere vrouwen meer kans om vulvacarcinoom te ontwikkelen, maar tegenwoordig krijgen steeds meer jonge vrouwen de ziekte. Humane papillomavirussen (HPV) kunnen vaak een doorslaggevende rol spelen bij het ontstaan van vulvacarcinoom. Vulvarkanker is de vierde meest voorkomende kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen. Waar ontstaat vulvarkanker?

Vulvarkanker kan zich overal in de schaamstreek van een vrouw ontwikkelen. Het ontwikkelt zich echter meestal in het gebied van de voorste vulva, en kan zich dus bevinden tussen de kleine schaamlippen, dus in het gebied tussen de clitoris en de urethra, of op de clitoris zelf. Daarnaast kan sommige vulvarkanker worden gevonden aan de zijkant van de labia majora, dus bij de darmuitgang (perineum) of bij de achterste vaginale ingang.

Wat zijn de verschillende typen vulvacarcinoom?

Artsen maken onderscheid tussen de volgende typen vulvacarcinoom:

  • mild inleidend vulvacarcinoom: wordt meestal veroorzaakt door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV),
  • invasief vulvacarcinoom: wordt gekenmerkt door tumorcellen die al verder zijn gegroeid in het omringende weefsel,

Wat zijn de symptomen van vulvarkanker?

Vulvarcarcinoom manifesteert zich aanvankelijk door tamelijk aspecifieke symptomen, zoals een branderig gevoel bij het plassen, jeuk of een kleine huidlaesie. Als er zichtbare huidveranderingen zijn, kunnen die wijzen op een voorstadium van vulvarkanker. Als de aangrenzende holle organen zoals de darm- of blaasuitgang of de vagina door vulvarkanker zijn aangetast, kan er ook sprake zijn van pijn bij geslachtsgemeenschap of plassen, maar ook van bloedingen.

Hoe kan vulvarkanker worden voorkomen?

Tot nu toe bestaat er geen screeningstest om de ziekte vooraf vast te stellen. Als onderdeel van de jaarlijkse gynaecologische screening wordt echter de baarmoederhals onderzocht en een Pap-uitstrijkje gemaakt. Daarom is het raadzaam om regelmatig screeningsonderzoeken bij te wonen. Omdat humane papillomavirussen (HPV) vaak kunnen bijdragen aan het ontstaan van vulvarkanker, kan HPV-vaccinatie nuttig zijn.

Hoe wordt vulvarkanker gediagnosticeerd?

Vulvarkanker kan bij toeval worden vastgesteld, bijvoorbeeld tijdens een gynaecologische controle. Als bij dit onderzoek wordt geconstateerd dat het weefsel in het vulvagebied is veranderd, vindt een uitgebreid onderzoek plaats. Als carcinoom wordt vermoed, wordt een weefselmonster (biopsie) genomen en in het laboratorium geanalyseerd.

   Als bij het onderzoek wordt vastgesteld dat de ziekte al verder gevorderd is, omdat het carcinoom zich bijvoorbeeld al buiten het slijmvlies van de vulva heeft uitgebreid, worden de gebruikelijke beeldvormende procedures gebruikt. Naast een echografisch onderzoek kan de gynaecoloog ook een computertomografie (CT) of magnetische resonantie beeldvorming (MRI) uitvoeren. Daarnaast kunnen ook de naburige organen zoals de blaas en de endeldarm worden gespiegeld om het stadium van de ziekte te beoordelen. Het is ook belangrijk om na te gaan of de lymfeklieren zijn aangetast. Dat kan door de lymfeklieren te palperen of door een CT- of MRI-scan te maken.

Hoe wordt vulvarkanker behandeld?

Behandeling is meestal niet direct nodig voor milde precancereuze laesies van de vulva. Een gynaecoloog moet de aangetaste huidgebieden regelmatig controleren en de patiënt moet letten op nieuwe symptomen. Gaat het echter om een invasief vulvacarcinoom, dan zal de arts er meestal voor zorgen dat de tumor chirurgisch zo volledig mogelijk wordt verwijderd. De vulva wordt dan met plastische ingrepen gereconstrueerd. Als de tumor bijzonder groot is, kan vóór de operatie ook gecombineerde bestralingschemotherapie worden gegeven om het carcinoom te laten krimpen.

Als het vulvacarcinoom al naar andere organen is uitgezaaid, is genezing vaak niet meer mogelijk. De symptomen van de patiënt moeten in de eerste plaats worden verlicht. Zo nodig kan chemotherapie worden toegediend.

Wat is de nazorg bij vulvarkanker?

In de eerste vijf jaar na de operatie vinden gedurende enkele jaren elk jaar vervolgonderzoeken plaats. Na het zesde jaar is één vervolgonderzoek per jaar voldoende. Tijdens de vervolgonderzoeken wordt de patiënt eerst lichamelijk onderzocht. Daarna volgt een beeldvormend onderzoek. Als er afwijkingen worden ontdekt, neemt de gynaecoloog een weefselmonster (biopsie) van het verdachte weefsel.

Verdere gerichte ondersteunende maatregelen (ondersteunende therapie) kunnen helpen om andere mogelijke bijwerkingen te verlichten. Deze omvatten bijvoorbeeld een verandering in de conditie van de vulva, vaginale vernauwing, ontsteking van de slijmvliezen en/of lymfoedeem.

Wat is de prognose voor vulvarkanker?

De prognose hangt af van verschillende factoren. Naast de grootte van het vulvacarcinoom is ook de diepte tot waar de tumor al in het onderliggende weefsel is gegroeid bepalend. De kans op genezing hangt ook af van de vraag of de lymfeklieren in de lies en/of het bekken zijn aangetast. Als de lymfeklieren zijn aangetast, is de prognose veel slechter. Als de kanker al is uitgezaaid naar andere organen, wat meestal het geval is in een vergevorderd stadium of bij een terugkerende tumor, is vulvarkanker ongeneeslijk.

Na een succesvolle behandeling klagen veel patiënten dat ze hun urine en/of ontlasting niet meer goed kunnen controleren. In dat geval spreken artsen van incontinentie, die vooral kan optreden omdat de vulva anatomisch dicht bij de urineblaas en de darmen ligt. Artsen bevelen daarom gerichte bekkenbodemtraining aan, die bijvoorbeeld door een fysiotherapeut kan worden uitgevoerd.